Als je denkt aan “stampen voor een toets”, denk je waarschijnlijk meteen aan het leren van woordjes voor Frans, Engels of Duits. Maar begrippen leren is minstens zo belangrijk. Vooral bij vakken als geschiedenis, aardrijkskunde, economie of biologie krijg je regelmatig een lijst met begrippen die je moet kennen én kunnen uitleggen. In deze blog ontdek je hoe je begrippen het beste leert, wat het verschil is met woordjes leren en welke tools jou kunnen helpen om beter voorbereid je toets in te gaan.
Wat is het verschil tussen woordjes en begrippen leren?
Woordjes leren is vaak rechttoe rechtaan: je leert dat “jealous” “jaloers” betekent of dat “la maison” “het huis” is. Bij begrippen gaat het niet alleen om een vertaling, maar om begrip. Je moet weten wat het begrip inhoudt, vaak in je eigen woorden kunnen uitleggen én voorbeelden kunnen geven.
Voorbeeld:
Woordje: “house” = “huis”
Begrip: “democratie” → wat is het? Hoe werkt het? Wat zijn voorbeelden?
Daarom vraagt begrippen leren om andere technieken dan woordjes leren.
1. Begrippen in eigen woorden leren uitleggen
De eerste stap bij het leren van begrippen is: leg het uit alsof je het aan iemand anders vertelt. Gebruik je eigen woorden. Dat helpt je hersenen om het begrip echt te verwerken in plaats van alleen uit je hoofd te leren.
Tip: gebruik de “uitlegtest”. Kun je het begrip uitleggen aan een klasgenoot die het nog niet snapt? Dan ken je het pas echt.
2. Gebruik voorbeeldvragen
Docenten gebruiken vaak dezelfde stijl in hun toetsen. Als je weet hoe begrippen terugkomen in meerkeuzevragen of open vragen, kun je gerichter aan de slag met begrippen leren en oefenen. Oefen daarom met begrippen in context.
Voorbeeld:
- Vraag: “Leg uit waarom inflatie een probleem kan zijn voor spaarders.”
- Goed antwoord: Begrip van “inflatie” toepassen in een voorbeeldsituatie.
JoJoschool is een platform dat oefenvragen aanbiedt waarbij begrippen in context staan, zodat je niet alleen leert wat het begrip betekent, maar ook hoe je het toepast.
3. Maak een begrippenschema of begrippenkaart
Door begrippen te ordenen in een schema of mindmap zie je sneller de verbanden. Verbanden leggen helpt je hersens om onderwerpen als een geheel te begrijpen.
Voorbeeld:
Bij geschiedenis – Thema ‘Tweede Wereldoorlog’ → Begrippen als fascisme, antisemitisme, propaganda, collaboratie – hangen allemaal met elkaar samen en kun je groeperen.
Handige tools hiervoor kunnen zijn: Canva of Google Jamboard. Maar natuurlijk kun je ook ouderwets papier en stiften gebruiken.
4. Gebruik actieve overhoortechnieken
Net als bij woordjes leren werkt actief oefenen beter dan alleen passief lezen of markeren. Overhoor jezelf met flashcards of quizvragen. Apps als JoJoschool laten je begrippen oefenen in de vorm van slimme quizvragen of meerkeuzevragen.
Digitale tools:
- Oefeningen maken met JoJoschool
- Flashcards maken in Anki of Quizlet
5. Leer in kleine stukjes met behulp van spaced repetition
In plaats van één avondje stress-stampen, kun je beter elke dag een paar begrippen herhalen. Met de spaced repetition-methode leer je steeds nét voordat je iets vergeet, waardoor het beter blijft hangen.
6. Begrippen leren? Begin op tijd
Begrippen leren heeft vaak wat tijd nodig, het duurt even voordat het in je hoofd blijft hangen. Je moet verbanden leggen en voorbeelden herkennen. Begin daarom op tijd en oefen regelmatig.
Handige tip: begin met de begrippen leren zodra je een nieuw hoofdstuk start, zodat je het zonder stress bij kan houden. Begin niet pas de avond voor de toets.
Meer hulp nodig met begrippen leren? Kijk op begrippenleren.nl
Op de website begrippenleren.nl vind je per vak en per methode handige uitleg, begrippenlijsten en oefenvragen. Of je nu werkt met Memo, Feniks, Geschiedeniswerkplaats of een ander lesboek – daar vind je precies wat je nodig hebt om je begrippen goed te leren én te onthouden.
Ga naar begrippenleren.nl en ontdek welke begrippen je vandaag nog kunt oefenen.
